Waarvan krijg je energie? Niet in de biologische zin van het woord. Ik heb het niet over koolhydraten en eiwitten, maar eerder: van welke taken krijg je zin om méér te doen? Je kan naar je werk vertrekken en ’s avonds moe terugkeren, maar als je doet wat je graag doet en daarvoor erkenning krijgt, kan je terugkeren met meer energie en drive dan je vertrokken bent.
Sinds enkele jaren heb ik vaker momenten en periodes waar ik thuiskom zonder energie. Waarin ik het gevoel heb dat ik niet echt meer wil doen wat ik doe. Of er ten minste niet gelukkig van word. Ik heb het geluk gehad dat ik al acht jaar hetzelfde vak mag geven in het zevende jaar. Een vak waarvan de inhoud – vooral ict, met de mogelijkheid op veel contextuele uitstapjes – me op het lijf geschreven is. Spijtig genoeg bots ik ook hier vaker op de grenzen. Als je iets acht jaar lang telkens opnieuw mag doen, dan wil je dat steeds beter doen. Je hebt de kans om nieuwe dingen uit te proberen, het beste te behouden en het slechte achter te laten. Het is echter verdomd moeilijk om te die drive te behouden, als je steeds vaker met een publiek werkt dat zelf die drive compleet lijkt te ontbreken. Met individuen die geen interesse tonen in zelfontplooiing en levenslang leren, maar wel in snel rijk worden door zo weinig mogelijk te doen. Als je dan met een groep wil inzetten op samenwerking en verantwoordelijkheid opnemen binnen een team, wordt het wel heel lastig.
Dat was een lange vage omschrijving om duidelijk te maken dat ik nood had aan iets nieuws en gelukkig kwam dat op mijn pad door de ‘digisprong’. Sinds de lockdown is plots duidelijk geworden hoe afhankelijk we wel niet zijn van technologie. Ook in de vernieuwde leerplannen was het al duidelijk dat ict een belangrijkere rol moet krijgen in ons onderwijs. Dat dit plots volledig geïntegreerd moet worden in de andere vakken is voor mij minder logisch. Niemand zou er aan denken om geen vak Nederlands meer in te richten, omdat correct Nederlands sowieso in de andere vakken aan bod moet komen. Het is een én-én verhaal. Ik ben natuurlijk niet objectief op dit vlak. Ik zie immers mijn vak verdwijnen, waar ik het liever zie verruimen. Als ict zo belangrijk is in onze samenleving, geef het dan ook een duidelijke plaats en laat het geven door vakspecialisten. Nu worden leerkrachten, die soms hoogstens een basic PowerPoint kunnen maken, verwacht om leerlingen wegwijs te maken in allerhande digitale tools. En dat terwijl ze hun eigen leerplan ook vorm proberen geven. Ik herinner me de algemene ict-lessen in de lerarenopleiding: dat was niet veel soeps en de vele nieuwe leerkrachten die ik te zien krijg en meteen zeggen: “Ja, ik ken niks van computers zeh.” doen vermoeden dat er niet veel veranderd is.
Maar er was dus een opportuniteit. Een kans om iets nieuws te doen. Ik ben al jaren voorstander van meer interne nascholingen, bijvoorbeeld voor ict, waarin leerkrachten nieuwe vaardigheden aangereikt krijgen. Al was het maar een tekstverwerkingsprogramma ten volle benutten. Dat doe je natuurlijk niet op een lesuurtje of een namiddag en dus is de organisatie ervan, en vooral de beschikbare tijd, vaak een struikelblok. Ik werd echter zelf tijdens een nascholing geïnspireerd om het misschien over een andere boeg te gooien: korte informele sessies, met als enige doelen mensen nieuwsgierig maken en nieuwe dingen te leren kennen, in de hoop dat ze dan zelf de drempelvrees overwinnen en gaan experimenteren. Ik kreeg een go van de directie en stelde vijf korte sessies op over verschillende onderwerpen die ik telkens twee keer zou geven.
Vijf weken lang was ik helemaal in de ban. In een project zoals dit kan ik me helemaal verliezen: het was niet enkel de sessies voor bereiden, maar ik wilde een buzz creëren rond dit project. Eerste taak: een leuke naam vinden. Aangezien de sessies plaatsvonden tijdens de middagpauzes, riepen we de mensen op om in het lokaal te komen lunchen en terwijl iets bij te leren. Een woordspeling op Dagelijkse Kost was niet ver weg en dus werd het project Digitale Kost gedoopt. Dit gaf me dan weer de kans om teasers te gaan maken en Dagelijkse Kost te parodiëren. Ik probeerde zelfs de hulp van Jeroen Meus in te roepen, maar die gaf spijtig genoeg geen gehoor.

Hoewel, om vele en vaak begrijpelijke redenen, de opkomst voor de sessies lager lag dan ik had gehoopt, heb ik genoten van deze lesmomenten. Ik mocht praten over onderwerpen waarmee ik dagelijks bezig ben voor een publiek dat oprecht geïnteresseerd was. Ook de vele complimenten en bedankingen van mijn collega’s deden deugd. Een mens heeft vaak niet meer nodig dan dat. Laat ons hopen dat ook volgend jaar ruimte is voor dit initiatief en dat ict-vaardigere collega’s zorgt voor ict-vaardigere leerlingen. Misschien opent het uiteindelijk dan ook de deur naar die ‘uitgebreidere les-modules’ waar ik al lang op hoop. Of zoals een collega het zei in de feedback: hopelijk wordt deze korte digitale kost ooit een vijf-gangen-menu.
Dag Jelle
Het deed deugd om je blog te lezen. Omdat ik er een stuk van mezelf in terug vind.
Leuk om te lezen.
Groeten
Frederik