Spring naar de inhoud

Blijf bij de les

De lerarenopleiding ligt al een tijdje achter me; en misschien herinner ik me ook lang niet alles wat er toen aan bod kwam, maar één van de dingen die ik pas echt heb geleerd toen ik als leerkracht een vaste job had, is zeker en vast het plannen van een les-jaar. Het valt me nu pas echt op hoe erg wij in onze opleiding vasthielden aan handboeken. In de lessen was dat vooral: ik moet een les geven over onderwerp A … wat vind ik hierover terug in de verschillende handboeken? Tijdens de stage was het vaker: dit is het handboek: geef die les, en die les en die les.

Ik kan me niet herinneren dat wij actief bezig waren met: moeten we deze lessen eigenlijk geven? Dat weet je natuurlijk wanneer je jouw leerplan er bij neemt en dat deden we ook, maar het was altijd ‘achteraf’. Eerst: dit is de les die ik ga geven; welke leerplandoelen horen daar bij? Absurd toch? Alsof je begint te koken en je pas daarna afvraagt: welke ingrediënten heb ik hier nu eigenlijk nodig? In deze tekst wil ik vooral neerschrijven hoe ik het zie om een jaar te beginnen en na te denken over: waar staan we nu en waar willen we tegen het einde van het schooljaar staan? Ik ga hier geen grote inzichten meegeven. Ik denk dat elke leerkracht wel weet hoe dit het best werkt, maar ik twijfel zeer sterk of we dit allemaal wel voldoende doen. Het proces neerschrijven en er over denken is een manier om bij jezelf af te toetsen of je correct bezig bent. Dus bij deze: let’s go!

Ik probeer het proces te beschrijven in vijf stappen:

  1. Lees je leerplan
  2. Denk na over evaluatie
  3. Bekijk je handboek
  4. Maak een ruwe planning op
  5. Denk na over timing

Stap 1: lees je leerplan

In de meeste gevallen beschik je over een leerplan. Het zij in het Vrij onderwijs of het Gemeenschapsonderwijs: de leerplannen werden voor jou geschreven en – dat hoop ik althans – goedgekeurd. Dat wil echter niet zeggen dat je ook dit leerplan klakkeloos voor waar moet aannemen. De leerplandoelen die hierin zijn opgenomen zijn normaalgezien een hertaling van de door de overheid opgestelde eindtermen. Deze leerplandoelen zijn dan ook meestal gekleurd door het pedagogisch project van de school of de koepel: ze worden aangevuld, het beheersingsniveau wordt aangepast of er worden nieuwe doelen toegevoegd die in de eindtermen niet terug te vinden zijn.

Gelukkig beschikken de meeste leerplannen over een concordantielijst. Dit is een lijst waarin de leerplandoelen worden gekoppeld aan eindtermen. Opnieuw: dit is niet noodzakelijk 1 op 1. Neem er dus de eindtermen en/of beroepskwalificaties bij en vergelijk ze met je leerplandoelen. Wat werd er gewijzigd? Wat werd toegevoegd? Duid dit allemaal goed aan, zet er aantekeningen bij, zodat je weet wat uit je eindtermen komt en wat eigen is aan het leerplan. Ik wil hiermee niet zeggen dat wat in je leerplan werd toegevoegd geen waarde heeft: zeker niet, maar schooljaren zijn onvoorspelbaar en soms zal je beslissingen moeten nemen waarvoor je nog tijd kan maken en waarvoor niet: dan is het handig om te weten wat de essentie is en wat eerder op de tweede plaats moet komen.

Ja, maar: er zijn heel wat belangrijke dingen die niet in mijn leerplan staan!

Tja. Ik ga heel even kort door de bocht gaan en zeggen: dat doet er niet toe. Als je als leerkracht voor de klas staat, is de keuze van de doelen niet aan jou. De eindtermen en het leerplan zijn er. En waarschijnlijk zijn er zaken die daarin volgens jou ontbreken of nutteloos zijn. Dat denk ik ook vaak. Maar, als je daar op botst, dan moet je mee aan de tafel gaan zitten wanneer de leerplannen geschreven worden, of moet je signalen geven naar zij die ze schrijven dat er nood is aan wijzigingen. Het lijkt nu als of ik klakkeloos mijn leerplan volg en geen eigen inbreng aanmoedig, maar dat klopt niet. In het leerplan van de richting die ik 10 jaar lang mocht vormgeven op onze school, staat bijvoorbeeld één doel: publicaties maken met professionele grafische software. Drukwerk dus. In mijn interpretatie betekent dat ook dat je professioneel uitziende documenten moet kunnen afleveren. Dat betekent dat je wat kennis moet hebben van grafische vormgeving, van typografie, van kleurenleer … Dat staat nergens expliciet in mijn leerplan of de eindtermen vermeld, maar ik heb hier 10 jaar lang consequent tijd voor gemaakt, omdat het volgens mij essentieel was om het doel te bereiken. Met een auto kunnen rijden is ook veel meer dan enkel op de juiste pedalen en knoppen kunnen duwen.

Ook de voorkennis van je leerlingen speelt een grote rol. Als een bepaald doel verder bouwt op iets uit een vorig leerjaar, maar tijdens je lessen is het duidelijk dat je leerlingen dit niet beheersen: wat is dan de beste keuze? Zeggen: “Neen, dit staat in mijn leerplan en dit is wat ik doe.” of eerder: “Ok, gas terug, we gaan dit onderliggend doel proberen te bereiken en we zien daarna wel of we kunnen terugkomen op dat moeilijkere doel.” Voor mij is die keuze duidelijk.

Stap 2: denk na over evaluatie

Eens je je leerplan kent en weet waar de linken met de eindtermen zitten, stel je jezelf de belangrijkste vraag: hoe kan een leerling aantonen dat hij dit doel beheerst? Of beter gezegd: hoe kan ik dit testen? In een leerproces gaan we vaak pas op het einde testen of we de inhoud beheersen. Als leerkracht is dit eigenlijk het begin. Want verwachten dat een leerling jou kan uitleggen wanneer je de Simple Present of de Present Continuous gebruikt of een tekst schrijven waarin je beide tijden correct toepast, vraagt niet alleen van de leerling een andere manier van studeren, maar van jou ook een andere manier van lesgeven. Het bepalen van de evaluatievorm en liefst zelfs het op voorhand opstellen ervan, geeft jou als leerkracht een doel om naartoe te werken. De focus is hier natuurlijk enkel het evalueren of een doel al dan niet behaald is. Dit staat los van tussentijdse evaluaties om te kijken welke vorderingen de leerling maakt in het leerproces en waar je moet bijsturen.

Stap 3: bekijk je handboek

Heb je een handboek? Ok, je zal misschien schrikken van wat ik je nu ga vertellen, maar: je hoeft dit niet te volgen 😮. De discussie over handboeken is een verhaal zonder einde: de kostprijs ervan, invulboeken of niet, papier of digitaal. Waar het uiteindelijk op neerkomt is: een uitgeverij maakt een commercieel product. Ergens wil ik nog steeds geloven dat deze boeken met de beste wil van de wereld worden samengesteld. Ik ken ook enkele collega’s die meeschreven aan handboeken van verschillende uitgeverijen en die willen echt een mooi product afleveren. Spijtig genoeg is de focus van een handboek of invulboek veel ruimer dan enkel kijken of die eindtermen behaald worden. Uitgeverijen willen een zo breed mogelijk publiek bereiken. Dat betekent dat ze rekening moeten houden met verschillende leerplannen. Een handboek voor wiskunde bijvoorbeeld, richt zich misschien op de leerlingen van het vierde jaar, zowel in het vrij gesubsidieerd onderwijs, als in het gemeenschapsonderwijs. Herinner je dat die leerplannen verschillen. Daarnaast is ook de inhoud per richting verschillend. Een vak zoals wiskunde is, zeker in arbeidsmarktgerichte opleidingen, vaak functioneel. Leerlingen uit een richting Haarverzorging zullen andere wiskundige toepassingen moeten kunnen gebruiken dan een leerling in een koksopleiding. Een uitgeverij kan echter geen handboek wiskunde maken aangepast aan elke richting. En dus blijven ze vaak op de vlakte voor bepaalde onderdelen, of bevatten ze hoofdstukken die eigenlijk niet relevant zijn voor de leerlingen van een bepaalde opleiding.

Daarnaast wil elke uitgeverij ‘de beste optie’ zijn in een markt met toch wat concurrentie en willen ze dus naast een handboek ook videomateriaal voorzien, een eigen digitaal leerplatform aanbieden, geïntegreerd kunnen werken met andere leerplatformen zoals Smartschool, enz. Dat allemaal up-to-date houden, jaarlijks herbekijken en aanpassen – iets wat een leerkracht zou doen – is dan niet altijd mogelijk. Ik ken video’s op leerplatformen waar werknemers aan een knoert van een CRT-scherm zitten te werken. En dat terwijl elke leerling met een laptop voor de neus de les volgt. De digitalisering van het onderwijs is de laatste 20 jaar zo geëvolueerd; vreemd dat dergelijk videomateriaal niet mee geëvolueerd is. De ontwikkeling van een handboek vraagt echter heel wat tijd en kosten en dus is snel schakelen moeilijk.

Het is dus jouw taak als leerkracht om het handboek dat je gebruikt grondig door te nemen, liefst samen met je vakgroep. Bekijk elk hoofdstuk en elke oefening en stel je twee vragen: Behandelt dit hoofdstuk / deze oefening mijn leerplandoelen/eindtermen? Is deze leerinhoud relevant voor mijn leerlingen in hun richting? Is het antwoord op (een van) deze vragen neen? Schrappen!

Heel wat leerdoelen bevatten omschrijvingen zoals “in relevante contexten”. Denk bijvoorbeeld aan het werken met hoeken. In een kappersopleiding leren leerling snitten aan waarbij ze het haar in verschillende hoeken moeten vasthouden. Als in het handboek voor het aanleren van hoeken gewerkt wordt met architecturale structuren, is dat waarschijnlijk minder relevant dan te werken met die snitten. Je zal merken dat de omvang van jouw handboek plotseling minder intimiderend wordt.

Terwijl je jouw handboek overloopt en overbodige delen schrapt, duid je meteen ook aan welke eindtermen/leerplandoelen aan bod komen en hoe vaak ze terugkeren. Dat zal je helpen in de volgende stappen. Op het eind van deze oefening zal je duidelijk zien welke onderdelen van je leerplan nu onvoldoende aan bod komen. Dit zijn de onderdelen waar je zelf materiaal voor moet ontwerpen. Als je merkt dat je massa’s moest schrappen en er veel hiaten zijn in je doelenlijst, is het misschien tijd om het handboek integraal te laten vallen.

Als je geen handboek hebt, dan zal je alle leerinhouden en materiaal zelf moeten gaan ontwikkelen. Dat is meer werk, maar het geeft je de kans om binnen jouw cursus een eigen stijl en rode draad te ontwikkelen. Vergeef het jezelf ook als je niet meteen voor elke les geweldig materiaal hebt. Werk je beste ideeën het grondigst uit, die kan je in een volgend jaar dan meteen gebruiken, dat geeft je ruimte om dan andere onderdelen beter uit te werken. Andere lessen zullen dan meer basic zijn, maar niet alles kan meteen perfect zijn. Ik heb tien jaar lang hetzelfde vak gegeven, zonder handboek. De eerste twee schooljaren maakte ik vooral materiaal in Word en probeerde ik veel uit. In het derde jaar maakte ik een afgewerkt handboek, maar dit boek werd elk jaar herbekeken in de zomervakantie en aangepast en uitgebreid. Dit jaar is het eerste jaar dat ik niets heb toegevoegd, hoewel ik ondertussen weer nieuwe ideeën heb. Het uitwerken van de lessen en een eigen cursus is een onderwerp dat een eigen blogpost verdient, maar ons nu te ver zou leiden.

Stap 4: maak een ruwe planning op

Als je het proces tot nu toe grondig doorlopen hebt, zou je een lijst moeten hebben van doelen met daarbij de mogelijke lessen, al dan niet in je handboek. Nu wordt het belangrijk om na te gaan hoe evenwichtig de verdeling van de lessen is. Welke doelen in je leerplan zijn het belangrijkst, vragen het meeste tijd, of komen het vaakst terug? Wordt dit weerspiegeld in de reeds voorziene lesmomenten? Het kan handig zijn om hier aan elk doel een percentage toe te kennen, maar er is niet altijd een duidelijke evenredigheid tussen het belang van een doel en de tijd die je er aan spendeert. Sommige onderdelen vragen soms gewoon meer tijd, ook al zijn ze minder belangrijk. Geef de percentages hier vooral in op basis van het gewicht dat een bepaald doel zou moeten hebben voor een leerling om op het eind van een jaar/graad te slagen.

Nu kan je bij de verschillende doelen aanvullen wat er nog moet behandeld worden om de evaluatie van dat doel tot een goed einde te brengen. We spreken hier over leerinhouden. Vaak krijg je ook hiervoor een aanzet in je leerplan, maar wees zeker niet bang om dit optimaal af te stemmen op de richting en leefwereld van jouw leerlingen. Zorg er gewoon voor dat die inhouden bijdragen tot het bereiken van je doelen. Leerinhoud is ook niet hetzelfde als leerstof. De leerstof is de materie die nodig is om een leerinhoud aan te brengen.

Als voorbeeld even ons doel wiskunde in de richting haarverzorging:

  • Het doel is met de nodige nauwkeurigheid meetinstrumenten en hulpmiddelen gebruiken en ook zinvol afronden en schatten in betekenisvolle contexten
  • De leerinhoud is (o.a.) de grote van een hoek bepalen
  • De leerstof is dan de verschillende snitten

De lijst van doelen met daarbij leerinhouden moet je nu omzetten in een lijst van leerinhouden met daarbij de doelen, omgekeerd dus. Nu kan je in die lijst van leerinhouden gaan kijken of er onderdelen zijn die elkaar logisch opvolgen, inhouden waarin je verder bouwt op eerdere lessen, enz. Misschien zijn er linken met andere vakken, of zijn er projecten waar verwacht wordt dat bepaalde leerinhouden reeds gezien zijn. Gebruik dit om een min of meer chronologische planning op te stellen. Dit zal je een lay-out geven van de lessen en hoe die elkaar opvolgen in je schooljaar. Dát is een waardevol jaarplan. Helemaal anders dan de standaard jaarplannen die je bij een handboek krijgt, waar de hoofdstuktitels staan, met een maand ernaast. Dat is geen jaarplan, maar een inhoudsopgave.

Stap 5: denk na over timing

Hoe geweldig zou het niet zijn, als je zo’n planning opmaakt en dan daarna kan zeggen: “Ok we beginnen hieraan; we zorgen dat elke leerling mee is, op eigen tempo kan werken, en we nemen de tijd die nodig is. Werken we die planning af in 6 maand of in 12 maand. Het maakt niet uit: zolang we op het einde maar allemaal de finish halen.”

De realiteit is natuurlijk anders. Leerlingen zitten in klasgroepen en elk schooljaar heeft een begin- en einddatum. Op die einddatum willen we gewoon weten wie slaagt en wie niet. Je tijd is dus beperkt, veel beperkter dan je wel denkt. Een jaar telt 52 weken, als je de schoolvakantie daarvan weghaalt – 1 week herfstvakantie, 2 weken kerstvakantie, 1 week krokusvakantie, 2 weken paasvakantie en 9 weken zomervakantie – kom je uit op 37 weken. In die 37 weken zitten ook nog heel wat wettelijke vakantiedagen, schooluitstappen, examens, stages, etc. De optimisten onder ons gaan uit van 30 lesweken, de realisten kiezen voor 25 lesweken. Enorm veel factoren hebben hierop een invloed, maar het aantal effectieve lesweken ligt hier waarschijnlijk ergens tussen. Zelfs de weekdagen waarop je lessen vallen zijn belangrijk. Elke leerkracht van een één-uurs-vak zal je kunnen vertellen dat er een groot verschil is tussen les op maandag of vrijdag, of op dinsdag of donderdag.

Je hebt ergens een richtlijn nodig natuurlijk. Ik ga meestal uit van de 30 lesweken en vermenigvuldig dit met het aantal lesuren die ik per week heb. Dat resultaat aantal uren verdeel je vervolgens over je planning. Je kan je hiervoor ook deels baseren op de percentages die je hebt gekoppeld aan de leerplandoelen, maar opnieuw: dit komt niet noodzakelijk overeen. Dit is de optimale planning voor je schooljaar, maar wees voorbereid op het feit dat dit louter een eerste planning is en dat je die gedurende het jaar zal moeten aanpassen en bijsturen. Hou dat ook bij, als je meerdere jaren hetzelfde vak met hetzelfde leerplan kan geven, zal dat na enkele jaren steeds meer waarheidsgetrouw worden.

Als je bij het verdelen van het aantal lesuren merkt dat je heel wat uren over hebt, kan je al beginnen nadenken of je ergens wat extra tijd kan investeren, of iets verder kan uitdiepen, of er iets extra is wat je kan doen, maar trap niet in de valkuil om op basis van deze eerste verdeling hieraan voorrang te geven. Voor je het weet kom je toch nog in tijdsnood. Gebruik zeker ook elke vakantie om te kijken of de realiteit overeenstemt met je planning en of je moet bijsturen. Merk je nu al dat je uren tekort zal komen, keer dan terug naar de essentie: “Wat zeggen de eindtermen en waar zitten uitbreidingen in het leerplan die ik misschien kan laten vallen?” Misschien loopt het vlotter dan je voorziet. Zeker bij een nieuw vak of nieuw leerplan moet je jezelf de tijd geven het je eigen te maken. Dat is ook de reden waarom ik continuïteit in een lesopdracht zo belangrijk vind. In het onderwijs krijg je elk jaar opnieuw de kans om een nieuwe start te maken, om voort te bouwen op de ervaring van het vorige jaar en bij te leren en steeds beter te worden. Als je elk jaar een nieuw leerplan moet behandelen kan dat niet.

If you fail to plan, you plan to fail

Ik kan enkel mijn eigen visie delen en ik ga zeker niet beweren dat dit dé ultieme manier is, maar ik ben er wel van overtuigd dat een goede planning en constante reflectie en bijsturing zorgt voor een houvast en het meeste garantie biedt op een positief resultaat. Misschien gruw jij van dit soort taken en zie je dit als het ultieme tijdsverlies. Weet wel dat zo’n planning enkel zinvol is, als je ze ook gebruikt en opvolgt. Ik hoop dat dit ondertussen beter is, maar ik herinner me heel wat collega’s die jaar na jaar hetzelfde Word-document indienden met een ander schooljaar erop: “Hier is mijn jaarplan.” Neen dus.

Sta je zelf in het onderwijs, dan ben ik benieuwd naar jouw visie. Laat gerust een bericht achter. Ben je student in de lerarenopleiding of zij-instromer, dan hoop ik dat dit voor jou een waardevolle aanvulling is. De administratie in het onderwijs is inderdaad niet te min, maar dat wil niet zeggen dat alle administratieve taken zinloos zijn. Soms zijn ze zelf essentieel voor goed onderwijs.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *